Menu
1

Cathalijne Smulders

april t/m juni 2020

Hoe weet je dat een glimlach een glimlach is?

Cathalijne Smulders kwam met een plan. Naast De Heygraeff liggen veel campings. Geïnspireerd door de wijze waarop mensen op campings voor zichzelf beschutting creëren door hun territorium af te bakenen met windschermen en luifels wilde Cathalijne samen met bewoners transparante, beschuttende lagen en plekken creëren in de vorm van schermen, luifels, capuchons en regenmantels. Door die beschuttende lagen te verspreiden in de omgeving van De Heygraeff wilde zij zichtbaar maken dat iedereen een vorm van beschutting nodig heeft.


Het liep anders. Omdat Cathalijne Smulders door de coronacrisis aanvankelijk zelf niet op de woningen op De Heygraeff kon komen, onderzocht zij of ze een interactie kon opbouwen op afstand. Hoe speel je met elkaar als je niet bij elkaar kan zijn? Hoe initieer je een zintuiglijke communicatie met materiaal, met een scherm ertussen? Wat voel je als je elkaar niet kan aanvoelen? Hoe raak je elkaar als je elkaar niet kan aanraken?


Cathalijne onderhield contact op afstand met begeleiders. Ze vroeg hen om filmpjes te maken van de handbewegingen van cliënten. Op die manier wilde ze meer te weten komen over de vermogens en expressievormen van bewoners. Om hun specifieke vaardigheden vervolgens te gebruiken voor materiaalbewerkingen met alledaagse materialen die in de huizen aanwezig zijn. De begeleiders die Cathalijne sprak waren haar ogen, de handen van de cliënten waren haar handen.








Vanaf juni is Cathalijne verbonden met twee woningen op de Heygraeff waar ze experimenteert met subtiele interacties met bewoners door gebruik te maken van diverse materialen, geluid, licht en beweging. Ze probeert uit te vinden hoe je een wisselwerking opbouwt, door in te tunen op de ander en een reactie uit te lokken, zonder te praten. Via de Re-creatie social media kanalen bericht zij op poëtische wijze over de interactie met bewoners en begeleiders:

“Ik luister ook veel naar de geluiden die ik hier hoor, kreten. Net als met de bewegingen, weet ik nooit precies wat die kreten me willen zeggen. Drukken ze een gevoel van opwinding uit? Zijn ze boos? Vragen ze om mijn aandacht: ‘kom! ik wil je iets laten zien’? Soms zijn die kreten alleen maar een uiting van een lichamelijke prikkel, leer ik. Want hier betekent een glimlach soms helemaal niet dat iemand lacht. Het is alsof ik ergens ben waar een andere taal wordt gesproken, die stil en zintuiglijk is. En ik zou graag meer van die taal leren begrijpen, zodat ik net als de begeleiders die ik spreek, de nuance tussen de verschillende kreten leer horen. Want voor mij zijn die stille, zintuiglijke vormen van communicatie, die niet altijd te duiden zijn, echt bijzonder aan deze plek.”



Cathalijne Smulders werkt graag met mensen en kinderen van wie de spraak of het lichaam anders werkt. In wisselwerking met hen onderzoekt ze hoe we de taal van de ander leren spreken. Meestal wordt het omgekeerde gevraagd in onze wereld; De ‘beperkte’ ander moet zich aanpassen aan het normale ‘discours’. Cathalijne onderzoekt wat er gebeurd als we het omdraaien en juist de beperking zien als ‘expertise’ of taal.

In haar eerdere werk onderzocht ze bijvoorbeeld samen met een man met chorea athetose, ook wel de dansziekte genoemd, een danstaal waarin de kenmerken tussen spastisch en niet spastisch oplossen. Ze werkte ook samen met mensen die als gevolg van een hersenbeschadiging een spraakstoornis hebben en daardoor moeite hebben met spraak of gebaren. In dat project wordt beperking (verstoorde spraak) ingezet als vaardigheid. Dat doet Cathalijne door samen met een improvisatie koor de esthetiek die de stem van een spreker met afasie in zich draagt te verkennen. Door af te stemmen op de klanken van de sprekers op een manier die hun spraak weerspiegelt en bevestigt, lost het onderscheid tussen normale en verstoorde spraak op.
Meer informatie over haar werk vind je hier.

Door het coronavirus was haar verblijf in het gastatelier op De Heygraeff korter dan gepland. Daarom sluit zij haar werkperiode nog niet af, en zal zij de komende periode 1 dag per week met de bewoners van een aantal woningen blijven werken. Een eindpresentatie van haar werkperiode zal vlak na de zomer, begin september plaatsvinden.